Houdt Christus Zijne Kerk in stand


Article Images

Dit lied is te vinden in de volgende veelgebruikte liedbundel(s):

Using "Zangbundel Joh. de Heer" as property chain is not permitted during the annotation process.Zangbundel Joh. de Heer 414 (a)
Mogelijk staat het ook in andere liedbundels. Kijk hiervoor in de infobox rechts, onder het kopje 'Liedbundels'.

Houdt Christus Zijne Kerk in stand
Herkomst
Titel Wenn Christus seine Kirche schützt
Taal Duits
Land Duitsland
Periode 18e eeuw
Tekst
Dichter Christian Fürchtegott Gellert
Vertaler Jan Everhard Grave
Ahasverus van den Berg
Metrisch 8-7-8-7-5-5-5-6-7
Muziek
Componist Maarten Luther
Solmisatie 1-1-1-5-6-1-7-6-5
Liedbundels
Zangbundel Joh. de Heer 414 (a)
Hervormde Bundel 1938 101 (b)
Evangelische Gezangen 156
Geestelijke Liederenschat 1935 244

Houdt Christus Zijne Kerk in stand is een vertaling van Wenn Christus seine Kirche schützt, een lied van Christian Fürchtegott Gellert. De vertaling is van de hand van Jan Everhard Grave ( 1729-1780) en Ahasverus van den Berg (1733-1807) en was opgenomen als gezang 156 in de Evangelische Gezangen (1806). Voor de Nederlands Hervormde Bundel (1938) is ze licht bewerkt. Het lied wordt gezongen op Maarten Luthers melodie voor Een vaste burcht is onze God.

Opname beluisteren

Tekst

Gezang 156 uit de Evangelische Gezangen (1806):

1 Houdt Christus zijne Kerk in stand,
Zoo mag de hel vrij woeden;
Gezeten aan Gods regterhand,
Kan Hij haar wel behoeden;
Hij is in alle leed / Tot hare hulp gereed,
Hij staaft zijn’ roem alom, / En waakt voor ’t Christendom:
Dies mag de hel vrij woeden.

2 God ziet zelfs Vorsten op den troon
Zich tegen Hem verzetten,
Hij ziet hen zijn’ gezalfden Zoon
Versmaden in zijn wetten;
Zij schamen zich de leer / Van Jezus onzen Heer,
Zijn kruis is hun ten spot; / Maar hoe belacht hen God!
Zij mogen zich verzetten.

3 De spotter mag de waarheid smaân,
Ons kan hij haar niet rooven,
D’ onchristen mag haar tegenstaan,
Wij blijven haar gelooven;
U Jezus, U zij d’ eer! / Die U verkiest tot Heer,
Uw woord opregt betracht, / Dien kan geen helsche magt
De zaligheid ontrooven.

4 Gij, Christen! die op Hem vertrouwt,
Gij moet geen dreigen vreezen;
Die God, die van den hemel schouwt,
Zal ons een toevlugt wezen:
Der legerscharen Heer / Waakt voor zijn woord en eer,
Geeft ons geduld in nood, / En kracht, en moed in dood,
Wie zou dan dreigen vreezen?

Ontstaan

Inhoud

Muziek

Muziekuitgaven

Hymnologische informatie

Culturele informatie

Literatuur

Externe links

Beginnetje 2.png Dit artikel is helaas nog slechts een beginnetje. Kerkliedwiki nodigt u uit uw kennis te delen door het artikel te verbeteren.