crêpe - WikiWoordenboek


Article Images

Uitspraak

Woordafbreking

  • crê·pe

Woordherkomst en -opbouw

  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weefsel’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • van Frans crêpe [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord crêpe crêpes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de crêpev

  1. (voeding) dun pannenkoekje

Synoniemen

enkelvoud meervoud
naamwoord crêpe -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de crêpem

  1. (textielindustrie) dun geruwd weefsel
  2. (materiaalkunde) dun papier met een rimpelig oppervlak
  3. (materiaalkunde) bleke soort natuurrubber met een brokkelig oppervlak

Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "crêpe" in:

    Sijs, Nicoline van der

    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. crêpe op website: Etymologiebank.nl
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Werkwoord

vervoeging van
crêper

crêpe

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van crêper
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van crêper
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van crêper