ou - WikiWoordenboek


Article Images

WikiWoordenboek

Uitspraak

enkelvoud meervoud
naamwoord ou ouens

Zelfstandig naamwoord

ou

  1. jongen, knul, vent
  2. vriend (geliefde)

Bijvoeglijk naamwoord

ou

  1. attributieve vorm van oud

Zelfstandig naamwoord

ou

  1. ei

Uitspraak

enkelvoud meervoud
ou ous

Zelfstandig naamwoord

ou m

  1. ei

Voegwoord

ou

  1. of (als nevenschikkend voegwoord, "verbinding tussen mogelijkheden")
    Y a-t-il quatre ou cinq livres sur sa table?
    Est-ce qu'il y a quatre ou cinq livres sur sa table?
    Zijn er vier of vijf boeken op zijn/haar tafel?

Persoonlijk voornaamwoord

ou

  1. u; tweede persoon enkelvoud formeel
  2. jullie; tweede persoon meervoud

Schrijfwijzen

Woordherkomst en -opbouw

  • Afgeleid van het Oudfriese af

Voorzetsel

ou

  1. weg

Schrijfwijzen

Uitspraak

Woordafbreking

  • ou

Partikel

ou

  1. ho; een uitroep die iets tot staan wil brengen, specifiek dieren

Synoniemen

Antoniemen

Verwijzingen

Voegwoord

ou

  1. hoe
    «Ou mêer da je na 't nôordn goat, ou minder menschen dan der weunn.»
    Hoe meer je naar het noorden gaat, hoe minder mensen er wonen.