Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ou | ouens |
Zelfstandig naamwoord
ou
Bijvoeglijk naamwoord
ou
- attributieve vorm van oud
Zelfstandig naamwoord
ou
Uitspraak
- IPA: /ˈɔw/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ou | ous |
Zelfstandig naamwoord
ou m
Voegwoord
ou
- of (als nevenschikkend voegwoord, "verbinding tussen mogelijkheden")
- Y a-t-il quatre ou cinq livres sur sa table?
- Est-ce qu'il y a quatre ou cinq livres sur sa table?
- Zijn er vier of vijf boeken op zijn/haar tafel?
Persoonlijk voornaamwoord
ou
Schrijfwijzen
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Oudfriese af
Voorzetsel
ou
Schrijfwijzen
Uitspraak
- IPA: /oʊ̯/
Woordafbreking
- ou
Partikel
ou
- ho; een uitroep die iets tot staan wil brengen, specifiek dieren
Synoniemen
Antoniemen
Verwijzingen
Voegwoord
ou
- hoe
- «Ou mêer da je na 't nôordn goat, ou minder menschen dan der weunn.»
- Hoe meer je naar het noorden gaat, hoe minder mensen er wonen.
- «Ou mêer da je na 't nôordn goat, ou minder menschen dan der weunn.»