willen - WikiWoordenboek


Article Images

Uitspraak

Woordafbreking

  • wil·len

Woordherkomst en -opbouw

  • In de betekenis van ‘wensen’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: willen
Oudnederlands: willen
Germaans: *wiljanan
Indo-Europees: *uelh1-, *ulh1-, *uolh1-[2]
  • Verwant in Germaans:
ˈWest': Engels: want (Angelsaksisch: willan), Duits: wollen, (Oudhoogduits: wellen), Fries: wolle (Oudfries: willa, wolla)
Noord: Zweeds: vilja, Deens/Noors: ville, (Nynorsk: vilje, Oudnoords: vilja), IJslands/Faeröers: vilja
Oost: Gotisch: wiljan
  • Verwant in Romaans:
Frans: vouloir
Italiaans: volere
Latijn: velle
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
willen
wilde, wou *
gewild
zwak -d

onregelmatig

volledig

Werkwoord

willen

  1. modaal werkwoord iets als verlangen of voorkeur hebben
    • Hij wilde daarover geen uitsluitsel geven. 
     Ik wilde met mijn hele hebben en houden op mijn rug in de overweldigende wildernis van Amerika slapen onder de sterren, nieuwe mensen ontmoeten, alleen met mijn gedachten door de bossen lopen en de vrijheid hebben om te gaan en te staan waar ik wilde.[3]
     Waarom had ik geen donder gehoord of bliksem gezien tijdens mijn tocht omhoog? Wat had ik nu spijt van het plan om de zonsondergang en zonsopkomst vanaf de top te willen gaan bekijken.[3]
  2. overgankelijk iets wensen te bezitten
    • Ik wil die doos daar. 
  3. modaal werkwoord drukt een verzoek uit[4]
    • Wil je even daarheen gaan? 
  4. onpersoonlijk, overgankelijk de rondte doen (gezegd van een gerucht, verhaal e.d.)
    • Het gerucht wil, dat... 
  5. onpersoonlijk, inergatief mogelijk zijn, kunnen
    • Dat wil nog weleens gebeuren. 
  6. onpersoonlijk lukken
    • Het wil nog niet zo. 
    • Wil het een beetje? 
  7. (verouderd), modaal werkwoord zullen
    • Willen we gaan? 

Opmerkingen

  • De vormen "wilde" en "wou" zijn beide gangbaar, maar in Nederland doet "wou" informeler aan. In geschreven taal heeft "wilde" over het algemeen de voorkeur. De meervoudsvormen "wouden" en "wouen" komen vooral in spreektaal voor.[5]

Synoniemen

Hyponiemen

Afgeleide begrippen

Uitdrukkingen en gezegden

  • Willen weten welk vlees men in de kuip heeft

eerst willen weten hoe iemand is

  • Als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen.

zich voornamer voordoen dan men in het echt is, met gezichtsverlies tot gevolg

  • Ergens een nachtje over willen slapen

eerst nog goed willen nadenken

  • Ergens haring of kuit van willen hebben

ergens precies alles van willen weten hoe het in elkaar steekt

  • Het ei wil wijzer zijn dan de kip.

het kind denkt het beter te weten dan de ouder

  • Het naadje van de kous willen weten

precies van alles de details willen weten hoe het in elkaar zit

  • Het onderste uit de kan willen

het uiterste willen

  • Het oog wil ook wat

mensen vinden het fijn als iemand er verzorgd uitziet

  • Twee ruggen uit een varken willen snijden

uit één ding dubbel het voordeel willen halen

  • Wie een hond wil slaan, kan gemakkelijk een stok vinden.

als je iemand (ergens mee) wilt afkeuren is er altijd wel een reden te vinden

  • Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt de deksel op de neus.

iemand die te begerig is loopt grote kans niets te krijgen

  • Wie mooi wil wezen, moet pijn lijden.

voor schoonheid moet je wat over hebben

Vertalingen

    1. iets als verlangen of voorkeur hebben   

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. "willen" in:

    Sijs, Nicoline van der

    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. willen op website: Etymologiebank.nl
  3. 3,0 3,1

    Tim Voors

    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4. In deze betekenis niet in de eerste persoon, aangezien men het verzoek alleen aan anderen kan richten
  5. Willen: wilde / wou, wilden / wou(d)en op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2018-03-04
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be